Van alles is er wat ik wil zeggen over gedachten, gevoelens ... Maar wat ik ook zeg, afgepeld gaat het steeds weer over onderstaande, wat alsmaar bij me blijft.
Men moet de dingen hun eigen, stille, onverstoorbare ontwikkeling toestaan.
Die diep van binnen komt.
Die zich door niets gedwongen voelt.
Of versneld kan worden.
Alles is dragen - en dan - baren.
Rijpen als de boom, die zijn sappen niet haast.
En gerust de stormen van de lente trotseert.
Zonder de angst
dat er daarna geen zomer zou kunnen komen.
Die komt toch.
Maar hij komt alleen voor de lijdzamen.
Die er zijn alsof de eeuwigheid voor hun ligt.
Zo onbezorgd stil en wijds ...
Men moet geduldig zijn.
Met het onopgeloste in het hart.
En proberen, de vragen zelf lief te hebben.
Als geheime kamertjes.
En als boeken die in een onbekende taal geschreven zijn.
Het gaat erom, met alles in het leven te staan.
Als men de vragen zelf leeft.
Leeft misschien geleidelijk aan;
zonder het op te merken;
op een onbekende dag;
het antwoord naar binnen.
vrij naar Rainer Maria Rilke